Afgelopen week mocht ik genieten van een 3-gangen diner bij Café Louis, de nieuwe Franse hotspot in Maastricht. Gelegen in een prachtig monumentaal pand aan de Boschstraat, het voormalige Refugié van Hocht, bevind zich sinds Juni deze gezellige Franse Bistro. En dat niet alleen, het gaat gepaard met een hotel, Hotel Monestère.
Het begint al met het terras voor aan de straat. Als wij aankomen is het nog redelijk leeg bij Café Louis, maar de typische gewoven stoeltjes met ronde tafeltjes wanen me gelijk in een Frans dorpje. We lopen verder naar binnen en ontdekken tal van verschillende ruimtes, elk met een eigen thema of aankleding. Ik hou ervan, in plaats van een grote ruimte, zijn er allemaal kleinere kamers. Omdat elke kamer anders is ingericht is er telkens iets opnieuws te ontdekken en dat houdt het spannend. Een hoge lange gang verbindt alle ruimtes met elkaar, als ook het hotel. Het kleurgebruik en de kunst aan de muur zorgt voor allure, maar niet over de top. Het is er sfeervol en biedt voor elk type bezoek een ander hoekje. Het meubilair vind ik fantastisch. Heel veel verschillende soorten stoelen en tafels zorgen voor een speels effect. Maar door gebruik van onder andere fluweel en intense kleuren zoals donkergroen en goud past het heel erg bij de uitstraling van het gebouw.
Wij zoeken ons een plekje uit bij het raam in het grootste restaurantgedeelte. Het is leeg en dat geeft mij lekker de ruimte ongegeneerd foto’s te gaan maken. Of we vooraf een cocktail lusten? Nou, zeg dat niet nog eens. Natuurlijk lust ik die, graag zelfs. We laten ons 2 cocktails aanraden, Pim nam een French75 en ik een cosmopolitan met champagne. Wauw, wat een heerlijke cocktails. Nu hou ik nou eenmaal van cocktails dus kun je niet heel snel iets fout doen, maar echt waar, deze waren heerlijk en ook nog eens prachtig geserveerd.
Of we ook oesters wilden proberen? Pim en ik keken elkaar in de ogen aan. Durven we dit aan? Jah joh, laten we eens gek doen. Ik heb wel eerder oesters gehad, maar ben geen grote fan ervan. Dat komt voornamelijk omdat ik echt met mijn ogen eet, en laten we eerlijk zijn, oesters zijn niet de meest pretty dingen. We kregen twee joekels van oesters voorgeschoteld, puur, met een schaaltje saus. Zo kon je zelf bepalen of je de oesters puur of met saus at. Ik koos voor een beetje saus, namelijk rode wijnazijn met een sjalotje. Zo heb ik eerder oesters gehad en dat vond ik destijds ook wel het lekkerst. Goede keuze. Doordat ik maar een beetje saus nam overheerste het niet maar werd wel de zilte smaak van de oesters ietsje teruggedrongen. Mwoah, mijn oordeel blijft hetzelfde. Niet vies, maar echt een groot fan ben ik toch ook nog niet.
We kregen een bescheiden menukaart voor onze neus. Ik hou ervan, hoe minder keuze, hoe minder ruimte voor keuzestress. En zelfs met een kleine kaart blijf ik altijd nog keuzestress houden. Ander voordeel van een kleine kaart is vaak dat een restaurant tenminste uitblinkt in die paar gerechten op de kaart, in plaats van heel veel gerechten maar half goed serveren. Je hoort het, ik hou niet van restaurants met een grote kaart.
Café Louis werkt met een kaart die de hele dag gebruikt wordt, je kunt dus prima lunch als avondeten kiezen, of avondeten als ontbijt. Er staan enkele typische Franse gerechten op, maar ook enkele niet perse typische Franse gerechten. Vooraf kozen we de vissoep en de gamba’s. Vooral ook op aanraden van de ober, die overigens de hele tijd beleefd ‘u’ tegen ons zei. Joh, ik ben maar een gewoon mens, ‘je’ is helemaal prima hoor. Ik zag dat de ober in de war raakte van die opmerking, zijn repertoire leek te bestaan uit ‘u’ zinnen en de vertaling naar ‘je’ had ie volgens mij even niet zien aankomen. Van binnen moest ik gniffelen.
Er kwam brood op tafel. Met boter en een heerlijke olijfolie van Beluga. Eerst dacht ik ‘Hè, wat jammer dat ze er nu zo’n simpel wit stokbrood bij serveren’, maar al snel bedacht ik me dat dit juist brilliant was. We zitten namelijk in een Franse bistro, en wat is er nou Franser dan een heerlijk verse baguette?
Binnen no-time stond ons voorgerecht op tafel. Ik zelf at de vissoep. Het was eigenlijk meer een zalmsoep, want dat was de enige vissoort die ik zag zwemmen. Maar dat geeft niks, want de soep was wel bijzonder smaakvol. De zalmsmaak overheerste inderdaad, maar je proefde ook goed de tomaten die erin zaten, en de room maakte de soep helemaal rijk. Hij werd geserveerd met een rouille en homemade croutons, die overigens to-die-for waren. Heerlijk krokant en niet te vettig. De gamba’s van Pim waren ook lekker, als ik hem mag geloven. Ze waren namelijk op voordat ik met mijn ogen kon knipperen.
Als hoofdgerecht koos ik voor zeebrasem, een vissig dagje voor mij dus. Ook deze keer was de vis heerlijk gebakken. Goed op smaak en niet te ver doorgegaard. Hij werd vergezeld door een sauce vierge, een frisse saus op basis van tomaat en kruiden, als ook meerdere groentes zoals groene asperges. Pim koos voor steak tartare. Oh zo blij was ie, steak tartare zie je niet vaak op een menukaart staan. Het bord was superclean, in het midden de steak tartare met het eigeel bovenop en enkel een kleine salade aan de zijkant. Ik hou zelf niet van steak, dus dit gerecht heb ik niet kunnen oordelen. Maar Pim was minutenlang stil aan het genieten, en gezien hij nogal een praatgraag is zegt dat voldoende. Ons hoofdgerecht werd geserveerd met twisterfrietjes. Superlekker, don’t get me wrong. Hoewel ik het wel leuker had gevonden als je bijvoorbeeld pommes duchesse, pommes dauphine of aardappelgratin erbij zou krijgen. Iets wat echt frans is. Wellicht variëren ze met de bijgerechten en staat dit een andere dag wel op tafel. Daar kan ik niet over oordelen. En nogmaals, niks mis met twisterfrietjes hoor, alleen niet persé erg Frans. Hoe dan ook hebben we ook beiden van ons hoofdgerecht genoten.
Tijd voor het nagerecht dus. Ik zat inmiddels al goed vol (ik had zelfs een deel van de soep al aan Pim gegeven) dus ik moest even slim kiezen. Pim had zijn keuze al snel gemaakt en ik wist precies wat het ging worden. Als meneer crème brûlée op de kaart ziet staan, zal hij 9 van de 10 keer daarvoor gaan. Ik koos voor aardbeien met vanille-ijs en basilicum, voornamelijk omdat dit lekker licht is, maar ook omdat ik hou van hartige smaken in desserts. Ik was dus erg benieuwd op welke manier de basilicum in het dessert verwerkt zou zijn.
De crème brûlée was een flinke portie met een perfect krokant randje. Precies zoals ie hoort te zijn. Mijn aardbeien waren heerlijk gemarineerd maar de basilicum was helaas niet veel meer mee gedaan dan enkel wat kleine blaadjes erbij. Die had van mij nog wat beter gekund. Juist die drie happen dessert waar een blaadje basilicum bij zat, die happen waren het allerlekkerst. Hij had dus wat mij betreft iets prominenter aanwezig mogen zijn, maar dat is wellicht een kwestie van smaak.
Ondanks het gebrek aan basilicum heb ik flink genoten deze avond bij Café Louis. Wat een fijn plekje zo midden in Maastricht. Echt een verborgen parel als je het mij vraagt. Met smaakvolle, niet alledaagse gerechten op de kaart, prettige bediening en een heerlijk sfeervol plekje. Ik ben heel nieuwsgierig geworden naar het hotel, hoe gaaf zou het zijn als diezelfde sfeer is doorgetrokken in de hotelkamers? Mocht je dus een weekendje Maastricht op de planning hebben staan, overweeg dan zeker dit plekje. Centraal, hip en sjiek. Of moet ik ‘chique’ zeggen, op z’n Frans?