Inge ontdekt: Vietnam

door Inge

Yes, eindelijk was het april 2019. Samen met Pim vertrokken we voor ruim 3 weken naar Vietnam. We boekten deze keer een groepsreis, omdat we de tijd en energie niet hadden om alles zelf te regelen, en we wilden eens kijken of ons dit zou bevallen. Lang hebben we getwijfeld tussen 2 reizen. De reisroute van de ene reis trok ons meer, omdat we dan ook naar het noorden van Vietnam zouden gaan, lekker de bergen in. De andere reis had echter een reisgezelschap van onze leeftijd. Na lang wikken en wegen kozen we toch voor de mooiste reis, dan maar met wat ouder gezelschap. Dat kan natuurlijk net zo goed heel gezellig zijn. En dat was het ook! Onze reis begon in het zuiden van het land, Ho Chi Minh city, en volgde de kustlijn naar Hanoi. Van daaruit bezochten we het populaire Ha Long Baai (Halong bay) en het noorden van Vietnam: Bac Ha en Sapa. In dit (culinair) reisverslag neem ik je mee op mijn reis door Vietnam en allerlei Vietnam tips. Eerst zal ik vertellen wat we allemaal beleefd en gezien hebben, daarna zal ik dieper induiken in de Vietnamese keuken.

Straatbeeld in Ho Chi Minh City
Straatbeeld in Ho Chi Minh City

De reis

Ho Chi Minh City, de Mekongdelta en de Củ Chi Tunnels

De reis begon in Ho Chi Minh City. Het straatbeeld was precies zoals ik had verwacht. De drukte van de scooters door de hele stad. Links en rechts allerlei straamkraampjes langs de weg, allemaal met zo’n leuk Vietnamees hoedje op. In de stad zelf bezochten we enkele highlights, zoals het war museum, maar het mooiste vond ik de drankjes in de skybar op de 53e verdieping van de Bitexco Financial Tower. Prachtig uitzicht over de hele stad. We leerden dat deze stad zo’n 14 miljoen inwoners heeft en dat elke twee inwoners een scooter bezit. Je kunt je dus voorstellen hoe druk en chaotisch het verkeer kon zijn. Toch heb ik me geen moment onveilig gevoeld. Als voetganger in het verkeer ben je net als een rots in een beekje; het stroomt via een boog om je heen.

Maar Ho Chi Minh City, door velen ook nog Saigon genoemd, is vooral impressive door wat er in de directe omgeving ligt. Op een kleine 2 uur rijden van de stad bezochten we de Mekongdelta, een prachtig gebied in het zuid-westen van Vietnam. In dit gebied vind je de Mekong rivier, met al zijn zijtakken. Er is veel te doen, zoals fiets- en boottochtjes, en allerlei marktjes.

Waar ik van tevoren eigenlijk geen zin had om de Củ Chi Tunnels te bezoeken, was ik toch wel onder de indruk. Ik had een groot toeristisch fiasco verwacht, en ja, tot op zekere hoogte was dit ook het geval. Maar toch vond ik het indrukwekkend om het ondergrondse gangenstelsel te zien dat men tijdens de Vietnam oorlog gebruikte om de Amerikaanse soldaten te slim af te zijn. De tunnels, zo klein en smal dat de ‘dikke Amerikanen’ er niet doorheen passen (en die lange Nederlanders dus ook niet), bezorgen een licht claustrofobisch gevoel zodra je ondergronds komt. Gelukkig zijn de gangen allemaal maar kort en ben je dus zo weer buiten.

Toptip in Ho Chi Minh City: Ben Thanh Street Food Market, een hippe food court met voor ieder wat wils. Typisch Vietnamese keuken, maar ook andere keukens vind je hier. Het voordeel van een food court is dat iedereen kan eten waar hij trek in heeft, zonder naar een ander restaurant te moeten.

Whale Island

Rondreizen is ontzettend gaaf natuurlijk, maar zo af en toe even ontspannen en aan de summertan werken moet natuurlijk ook gebeuren. We vertrokken met de nachttrein naar Whale Island; een klein onbewoond eilandje in het zuid-oosten van het land. Op het eiland is letterlijk niets meer dan het resort waar we verbleven. Even back to basic, het resort bestond uit allerlei houten hutjes zonder airco, we hadden alleen een ventilator aan het plafond. Door alle kieren in de houten muren kwam er af en toe een kleine hagedis gedag zeggen. Met uitkijk op het strand was dit prima vertoeven. We deden ons te goed aan cocktails en heerlijke driegangen maaltijden, die door het personeel dagelijks vers bereid werd. Er kon gesnorkeld worden, alleen voor mensen die niet bang zijn voor vissen uiteraard, dus ik deed niet mee. Doe mij maar die massage in de plaats daarvan, hoewel de masseur dezelfde persoon was die ook het snorkelgereedschap uitdeelt en de drankjes verzorgd op het strand. Multifunctioneel dus. Ohja, over die nachttrein gesproken. Dat was me het avontuur wel. Ondanks dat de bedden best okee waren, je sliep met 4 personen in een kabine, heb ik toch niet goed geslapen. Het lawaai en het heen en weer geschud van de trein is toch wel zo heftig dat het mij wakker hield. De trein had wel zo’n coupé waar je drinken enzo kon krijgen, dat was wel fijn om een koud slaapmutsje te kunnen kopen. De wc’s op de trein zullen we maar even niet over praten, maar laten we eerlijk zijn, die van de NS zijn ook niet om over naar huis te schrijven.

Typisch Vietnamees bootje en hoedje
Typisch Vietnamees bootje en hoedje
Whale Island Vietnam
Whale Island
Banh Mi in Hoi An
Banh Mi in Hoi An
Prachtige lampionnen in Hoi An
Prachtige lampionnen in Hoi An

Hội An

Een stuk verder naar het noorden, in centraal Vietnam, vind je Hội An. Hội An is een prachtig klein stadje, dat van origine diende als handelscentrum tussen de Nederlanders, Japanners, Chinezen en Indiase bevolking. En dat is nog steeds terug te zien. Al wandelend door het betoverende kleine centrum van dit stadje vind je prachtige gebouwen met elk een unieke uitstraling, in elk gebouw zit wel een winkeltje of restaurantje. Je ziet vooral de Chinese en Japanse invloed goed terug in de gebouwen, maar vooral ook in de geweldige gekleurde lampionnen die de straatjes rijk zijn. Ja, dit is zeker toeristisch, maar niet op een opdringerige manier. Je kunt hier goed kleding op maat laten maken en souvenirs shoppen. Ook worden tal van kookworkshops in de omgeving aangeboden, uiteraard kon ik het niet laten om ook een workshop te volgen. We leerden loempia’s maken, maar ook banh xeo en gemarineerde makreel. Wat hebben we heerlijk gekookt en ik wil deze gerechten zeker nog eens namaken.

Hue

In Hue verbleven we maar 1 nacht. Toch heeft deze stad wel indruk op me gemaakt. Het indrukwekkende citadel in het centrum, waarvan helaas na de oorlog niet alles overeind is blijven staan, was absoluut het bezoeken waard ondanks dat de temperaturen naar een hoogtepunt stegen. We bezochten ook de graftombes van twee koningen. Ook deze waren weer heel indrukwekkend. Waar de ene koning koos voor een relatief kleine tombe met veel kitsch (goud en kleur) binnenin, koos de andere koning juist voor ruimte, natuur en rust. Terwijl we ons bij terugkomst in het hotel opmaakten voor de volgende treinreis, was er daar een trouwerij gaande. Geweldig om te zien, het was superdruk met allemaal mooi geklede mensen. Er werd live gezongen maar helaas was dit niet om aan te horen, hoewel het lokale publiek daar een andere mening over leek te hebben.

Toptip in Hue: Hanh Restaurant, lokaler kun je het eten niet krijgen. Geen heel sfeervol plekje, maar juist daarom ook weer wel sfeervol. Bomvol lokale en buitenlandse gasten, met een host die zelfs een woordje Nederlands spreekt. Probeer hier het menu om van alles wat uit te proberen.

De straatkraampjes van Hanoi
De straatkraampjes van Hanoi
Halong Bay
Halong Bay

Ninh Binh, Halong Bay & Hanoi

Na de treinreis bezochten we Ninh Binh voor een dagje, waarnaar we in Hanoi zouden overnachten en vervolgens door zouden gaan naar Halong Bay. Ninh Binh en Halong Bay zijn beiden prachtige natuurgebieden met immens veel kalkstenen rotsen die uit de natuur of het water steken. Het grootste verschil tussen beiden plekken is dat Halong Bay in het water ligt, terwijl Ninh Binh voornamelijk vaste land is met veel groen. Juist door dat verschil ben ik blij dat we beide plekken bezocht hebben. We deden een mountainbike tocht in Ninh Binh, en lieten ons op een riviertje rondvaren met een bootje. Als we niet zo kapotmoe van de treinreis waren, was het boottochtje nog best romantisch geweest ook. In Halong Bay hebben we een echte boot gehad, waar we ook bleven overnachten. De kamers op de boot waren klein, maar deden verder niet af aan elk ander simpel hotel. Er werd gekajakt en gezwommen en we bezochten ook een prachtige grot in een van de rotsen. Hanoi zelf is een leukere stad dan Ho Chi Minh City als je het mij vraagt. Zeker in het oude centrum rondom het Hoan Kiem meer zijn wat leuke straatjes en restaurantjes. Maar verder ben ik toch van mening dat Vietnam, net als menig ander land, juist buiten de steden veel intrigerender is.

Toptip in Hanoi: Home Restaurant, een geweldig mooi restaurant met een sfeervol terras en bovenal heerlijk Vietnamees eten. Hier at ik de lekkerste Bun Cha van de hele week. Ietsje prijziger wel, maar zo heel soms mag dat ook.

Sapa, Can Cau & Bac Ha

Voor mij het hoogtepunt van deze reis. In het noorden van Vietnam bevinden zich Sapa & Bac Ha, twee kleine stadjes in een prachtige bergachtige omgeving. Sapa zelf is echt een toeristenstadje, dus spendeer daar niet al teveel tijd behalve een goede massage na een trekking. Beter ga je zo snel mogelijk de bergen in, waar je uitgestrekte rijstvelden aantreft, dames in klederdracht en mannen en jongeren ploeterend in het veld. We deden zelf een tweedaagse trekking, met verblijf in een homestay in een klein dorpje in de bergen. Ondanks dat het echt wel pittig was, want 30+ graden en flink bergop en bergaf op bospaadjes, vond ik het geweldig. Het uitzicht is geweldig en de mensen die je ontmoet onderweg ook. Zeker weten de pijnlijke voetjes waard. In Can Cau en Bac Ha bezochten we de twee markten (zaterdag- en zondagmarkt, relatief). Dit zijn lokale markten waar de lokale bevolking van de verre omtrek hun boodschappen komen doen. Heel indrukwekkend om te zien. Niet alleen omdat je allerlei bergvolken zoals de ‘Flower Hmong’ en de ‘Zwarte Dao’ in klederdracht aantreft, maar ook omdat er een heuse dierenmarkt is waar de kippen en varkens levend worden verkocht om later geslacht te worden. Een beetje sneu is dat natuurlijk wel, maar het is onderdeel van hun cultuur en daarom vind ik het geweldig om te zien. Persoonlijk vond ik de markt van Can Cau het gaafste om te zien. Het bezoeken van 1 van de twee markten is voldoende, ze lijken redelijk op elkaar. Het grootste verschil is dat die van Bac Ha midden in de kleine straatjes van het stadje ligt terwijl die van Can Cau meer aan de rand ligt en dus wat uitgestrekter is.

De rijstvelden van Sapa
De rijstvelden van Sapa
De Flower Hmong op de Can Cau markt
De Flower Hmong op de Can Cau markt

Culinair Vietnam

Elke regio in Vietnam heeft zo zijn eigen eetcultuur. Dit uit zich vooral in verschillende gerechten die populair zijn. Vietnamese loempia’s zijn uiteraard overal populair, echter is de echte Vietnamese loempia toch wel degelijk verschillend van de marktkraam-loempia. En dat zit hem vooral in het deeg dat gebruikt wordt. Ik heb het dan over de gefrituurde variant natuurlijk. Waar we in Nederland glad rijstpapier gebruiken voor loempia’s, en ze strak, dun en lang oprollen, gebruiken ze in Vietnam rijstvellen wat een soort visnet is. Bovendien zijn de loempia’s dik en kort, op de meeste plekken dan. Knapperig zijn ze uiteraard wel allebei, en altijd geserveerd met een lekkere dip. Hoewel ook daar weer verschil in zit. In Vietnam worden de loempia’s toch niet overal met chilisaus geserveerd, maar met de typisch vietnamese dipsaus gemaakt van o.a. vissaus, limoensap, water en suiker.

Maar goed, loempia’s aside. Wat voor mij de Vietnamese keuken typeert is vooral het veel gebruik van verse kruiden zoals koriander, (thaise) basilicum, perilla bladeren en munt. Maar ook zeker het gebruik van sla, noodles of rijst en bouillon. Verder vind ik persoonlijk de smaken niet heel uitgesproken, niet zoals bijvoorbeeld in de Indiase keuken waar elke hap een dikke smaakbom is. De Vietnamese keuken is wat dat betreft ook echt heel mild. Dat is maar goed ook, want met dat hete weer heb ik persoonlijk nooit zo’n behoefte aan pittig eten.

Ook wordt er in de Vietnamese keuken uiteraard veel proteine gebruikt. Uiteraard zijn genoeg vegetarische gerechten te verkrijgen, maar de meeste gerechten bevatten toch vis of vlees. Vaak staan varkensvlees of garnalen dan in de hoofdrol, en ook vaak gecombineerd als een soort surf & turf. Eend wordt ook best veel gegeten. Voor de mensen met een sterkere maag kun je ook slakken krijgen (okee, niet heel vreemd maar ik eet ze zelf dus nooit) of zelfs hond.

Naast allerlei straatkraampjes waar dus hond en slak verkocht wordt, vind je eigenlijk al het eten wel op een straathoek. Vers fruit, ‘pizza’ van rijstpapier, maar ook alle verse groentes die je maar kunt bedenken zijn overal volop te krijgen. Grote bergen volop uien, eieren of limoenen.

De groente die mij het meest verrast heeft was toch wel ‘Morning glory’. Ik kende dit nog helemaal niet, maar het is vergelijkbaar met spinazie. Ze bereiden het door te wokken met wat knoflook. Pas toen ik terug in Nederland was, kwam ik erachter dat dit waterspinazie is en dat je dit hier ook in toko’s kunt krijgen. Naast de morning glory wat ik dus voor het eerst proefde, maakte ik ook kennis met de ‘banana flower’. Deze bloem is net als de courgettebloem een vroeggeboorte van een bananentros. Het wordt in Vietnam vaker gebruikt in bijvoorbeeld salades en ik vond het verrassend lekker.

Vietnamese Pho
Vietnamese Pho (vegetarische variant)

Must taste dishes

Vietnam is bekend om vele bekende gerechten. De loempia’s zijn de revue al gepasseerd in dit verhaal maar er is nog zoveel meer. Veel gerechten zijn streekgerechten, die dus ook het beste op een bepaalde plek in Vietnam gegeten kunnen worden. Ik heb natuurlijk nog lang niet alle gerechten kunnen proeven in die drie weken dat ik daar was. Dat kwam ook doordat we als groep vaak het “set menu” kregen, wat eigenlijk een tafel vol gerechten is in plaats van dat je van het menu mag kiezen. Persoonlijk was ik geen fan van zo’n menu, maar ik had niet altijd de keuze. Hoe dan ook, hieronder de (streek)gerechten die ik geproefd heb en die je zeker eens moet proberen.

Pho

Pho is denk ik, na loempia’s, het meest bekende gerecht van Vietnam. Deze noodlesoep wordt vaak met bief gegeten (Pho Bo)  maar je krijgt hem ook met bijvoorbeeld kip of vegetarisch. Pho bestaat uit een flinke kom met rijstnoodles, meestal dus bief, groenten en een bouillon. Je krijgt er verse garnituur bij geserveerd, zoals pepers, sla, koriander en taugé, en ook krijg je meestal nog wat extra saus om de soep op te spicen, zoals vissaus of sriracha. Ik at Pho in Ho Chi Minh City, op de plek waar Obama hem ook ooit at. Persoonlijk is dit niet mijn favoriete gerecht uit Vietnam, maar zeker lekker om een keer mee te lunchen.

Banh Mi

Als je het mij vraagt, is dit een absoluut voordeel van de Franse kolonisatie van Vietnam. De fransen namen hun baguettes mee naar Vietnam, wat inmiddels ‘Bánh Mì’ geworden is. Banh mi vertaald ook wel letterlijk ‘brood’. Hij kan met vanalles geserveerd worden, maar de meest bekende is belegd met een flinke hoeveelheid varkensvlees. Zo zit er pate op, maar ook geroosterd varkensvlees. De hoeveelheid vlees wordt afgewisseld met onder andere gepickelde wortel, sla, chili en een frisse dressing. Hierdoor is het broodje echt een grote smaaksensatie als je het mij vraagt. Je kunt Banh Mi vrijwel overal krijgen, maar de bekendste zaak is wel Bánh Mì Phuong in Hội An. Deze zaak werd beroemd nadat Anthony Bourdain hem bestempelde als ‘best banh mi in Vietnam’. Of dat echt zo is, dat laat ik in het midden. Maar we namen de proef op de som en sloten aan in de rij voor een broodje. Yum, wat heerlijk. 

Bun Cha

Bun Cha is denk ik wel mijn favoriete Vietnamese gerecht. Ik heb het meermaals gegeten, je krijgt het vooral in het noorden van Vietnam, rond Hanoi. Bun Cha is, hoe kan het ook weer anders, gegrild varkensvlees en varkens gehaktballetjes. Ze worden geserveerd met rijstmie, een soort zoetzure bouillon en een variëteit aan verse garnering zoals sla, koriander en thaise basilicum. Yum. Ik at de lekkerste Bun Cha bij Home restaurant in Hanoi, die ik eerder al benoemde.

 

 

Vietnamese Banh Mi
Banh Mi
Vietnamese Bun Cha
Vietnamese Bun Cha

Nem Lui

Nem Lui ligt een klein beetje in het straatje van Bun Cha, en daarom ook een van mijn favoriete gerechten. Nem Lui is varkensgehakt op citroengrasspiesjes dat gegrild is. Daardoor krijgt het varkensvlees de lekkere geroosterde smaak van het grillen, maar tegelijkertijd ook lekker fris door de citroengras. Ook Nem Lui wordt geserveerd met rijstmie en garnering zoals sla en koriander. De bedoeling is dat je met behulp van de slablaadjes zelf een soort loempiaatjes maakt, dat je vervolgens in de dipsaus kan dippen. Nem Lui is het meest bekend in Hue, maar ook in Hội An heb ik het gegeten.

Banh Xeo

Banh Xeo at ik zelf in Ho Chi Minh City en in Hội An en betekent ook wel ‘Sissende pannenkoek’. Zodra je ziet hoe dit gemaakt wordt begrijp je deze naam wel, zodra het pannenkoekenbeslag de hete pan met olie in gaat. De typerende gele kleur komt van de kurkuma door het beslag. Net zoals wij een spek pannenkoek maken, maakt de Vietnamees hun pannenkoek ook met vlees en/of vis. Ik at hem twee keer in een surf & turf variant, met varken en garnaal. Na het bakken wordt de pannenkoek belegd met groentes zoals taugé, en wordt hij dubbelgevouwen. 

Cha Ca

Weer zo’n topper uit de Vietnamese keuken. Uit Hanoi om specifiek te zijn. Deze gemarineerde gegrilde vis is wederom een smaakbommetje en ook echt een leuk gerecht om te eten. Middel op tafel staat een gaspitje met wokpan, die bijna onbeperkt wordt bijgevuld met in kurkuma gemarineerde witvis, flinke bergen dille en bosui. Erbij eet je wederom rijstmie en verse kruiden zoals koriander en thaise basilicum. Ook worden er pinda’s bij geserveerd en voor de echte daredevils nog een niet-zo-fris-ruikend sausje van garnalenpasta. Je krijgt Cha Ca op veel plekken in Hanoi in gespecialiseerde restaurants, de bekendste is denk ik Cha Ca La Vong.

 

Vietnamese Nem Lui
Nem Lui

White rose

White rose, of in Vietnamees ‘banh bao banh vac’, is misschien wel de meest lokale specialiteit van heel Vietnam. Je krijgt het alleen in Hội An en alle restaurants die het serveren krijgen hun white rose van dezelfde leverancier. Er is een familie in Hội An die het recept van dit streekproduct geheim houdt en enkel zij kunnen dus white rose maken. Als je het gerecht ziet begrijp je de naam gelijk. Het zijn een soort wit-doorzichtige open dumplings met garnalenvulling. Ze worden getopt met gefrituurde ui/knoflook.

Banh Beo – Gestoomde rijst cakes

We gaan weer even terug naar Hue, waar we gestoomde rijst cakes vinden. Ik at ze zelf bij Hanh Restaurant, waar ik eerder al over vertelde. Om heel eerlijk te zijn was dit waarschijnlijk mijn minst favoriete gerecht. Vies was het zeker niet, maar vooral de textuur van de cakejes was heel apart. De gladde, jelly-like substanties worden afgetopt met crispy shallots en gedroogde garnaal. Toch ben ik blij dat ik ze geprobeerd heb, het is ten slotte een lokale specialiteit.

Vietnamese egg coffee

Egg coffee? Ja dat lees je goed. Dit broertje van de cappuccino wordt gemaakt met rauw ei. Ik heb er een haat liefde verhouding mee. Ik ben geïntrigeerd door het idee van rauw ei in je koffie, maar trust me als ik zeg dat hij absoluut niet overal even lekker is. Okee, je stopt niet het hele ei erin, enkel het eigeel. Dit klop je, met wat suiker, op totdat het romig is, net als cappuccino-melk. Dit meng je met sterke koffie en gecondenseerde melk en je hebt je Vietnamese eierkoffie. 

Banh Beo
Banh Beo – gestoomde rijst cakes
Vietnamese egg coffee
Vietnamese eierkoffie

Plaats een reactie